Mijn zusje heeft ooit, toen ze
een jaar of 7 was, een 'lieve dieren-lijstje' gemaakt. Dit lijstje kwam ik
onlangs tegen. Er staan veel dieren op. Sommige dieren van het lijstje ziet ze
dagelijks, zoals 'hond' en 'kat'. Andere dieren heeft ze nooit gezien en kent
ze alleen van boeken en tv, zoals 'dolfijn', of wellicht van een keertje in de
dierentuin, zoals 'olifant'. 'Kip', 'varken', en 'koe' staan ook op het
lijstje. Zuslief ziet deze dieren vaker dood op haar bord dan levend ergens
anders, maar ik denk niet dat ze aan de dode dieren op haar bord dacht toen ze
het lijstje maakte. Zuslief denkt aan de lieve koe in de wei, het lieve varken
in de modder en de lieve rondscharrelende kip op het erf of in de kippenren.
Zoals dat in de kinderboeken staat. Zuslief denkt niet aan honderden koeien en
duizenden varkens en kippen in één stal die nauwelijks bewegingsruimte hebben.
Zoals in Nederland realiteit is. Zuslief wil de koe uit het kinderboek aaien,
het varken en de kip ook. Zuslief wil de koe niet doden, het varken en de kip
evenmin. Een kind voelt empathie voor dieren. Een kind wil geen dieren doden.
Maar een stuk vlees op haar bord is geen dood dier. Dat is vlees. En vlees eten
is normaal, zo wordt ons aangeleerd. Mijn zusje is inmiddels 12 jaar oud. Ze
staat nog steeds achter het lieve dieren-lijstje. Ze eet ook nog steeds de
dieren van het lijstje. Geldt dit niet voor velen van ons? Wij eten lieve
dieren. Waarom?