Volgens
hoogleraar privaatrecht Reinout Wibier vormt godsdienst een
waardevolle toevoeging op het menselijk bestaan (De
Volkskrant, 25 juli). Zijn
betoog is echter gebaseerd op foutieve redeneringen. De elementen van
religie die Wibier waardevol acht, zijn schromelijk overdreven of
kunnen eenvoudigweg bestaan zonder dat godsdienst aanwezig is.
Atheïsten
die religie categorisch afwijzen als achterhaald of slecht zijn
volgens Wibier oppervlakkig, beperkt en onverdraagzaam. Echter, er
zijn voor zover ik weet maar weinig atheïsten die dat zonder goede
reden doen. Veel atheïsten zijn kritische denkers die religieuze
claims serieus nemen. Het punt is dat het kritisch bestuderen van
deze claims vaak leidt tot de conclusie dat deze achterhaald of
slecht zijn. Op basis van wetenschappelijke inzichten weten we
bijvoorbeeld dat het scheppingsverhaal uit Genesis 1 onjuist is en
dus achterhaald.
Overigens
is het niet problematisch als mensen desondanks in dit
scheppingsverhaal willen geloven. Atheïsme en liberalisme gaan hand
in hand. Ieder mens mag geloven en denken wat hij of zij wil. Onder
die vrijheid valt ook dat je het geloof van anderen dom mag vinden.
Zolang je anderen niet schaadt, is alles toegestaan.
Wel
problematisch zijn de religieuze claims met morele implicaties.
Wibier geeft zelf het voorbeeld van religieus geïnspireerd
terrorisme en godsdienstige oorlogen. Dergelijk geweld mogen we nooit
goedkeuren. Wibier trekt een parallel tussen religie en wetenschap:
op eenzelfde manier zouden we wetenschap verantwoordelijk kunnen
houden voor geweld. Het is immers de wetenschap die de atoombom heeft
uitgevonden en de wetenschap die het mogelijk maakt om vliegtuigen en
auto's te bouwen die vervolgens ongelukken veroorzaken.
Er
is echter een fundamenteel verschil. Religie kan oproepen tot geweld,
wetenschap niet. Wetenschap is waardenneutraal en slechts een manier
om kennis te vergaren. Wetenschap kan technologie leveren – zowel
atoombommen als MRI-scanners – maar geen voorschrift over hoe ermee
om te gaan. Dat is voorbehouden aan het domein van de ethiek.
Wetenschap kan daarom niet verantwoordelijk gehouden worden voor
geweld.
Helaas
is religie vaak wel een inspiratiebron voor geweld. De heilige boeken
van joden, christenen en moslims kennen passages die oproepen tot
geweld en zelfs tot het doden van anderen. Hoewel de meeste
religieuzen hier misschien geen gehoor aan geven, geeft hun geloof ze
wel een vrijbrief voor andere immorele daden. Zo besnijden vrijwel
alle joden en moslims hun zoons: een aantasting van de lichamelijke
integriteit en onomkeerbare keuze die vaak (op latere leeftijd)
nadelige gevolgen heeft voor het kind.
Daarnaast
heeft religie een slechte staat van dienst als het aankomt op
emancipatie van bijvoorbeeld vrouwen of homoseksuelen. Uit onderzoek
onder Vlaamse jongeren – dit jaar uitgevoerd door de Vrije
Universiteit Brussel – blijkt dat niet-gelovige jongeren toleranter
staan tegenover homoseksualiteit dan jonge christenen en moslims.
Uiteraard is dat geen verrassing als je weet wat de Bijbel en Koran
over homoseksualiteit zeggen.
Het
is mij mede hierom onduidelijk waarom Wibier de Bijbel een
onuitputtelijke bron van wijsheid noemt. Daarnaast zijn er inderdaad
religieus geïnspireerde goede doelen, maar er zijn ook talloze goede
doelen zonder religieuze basis. Religie is geen vereiste om anderen
te helpen.
Als
we een oordeel willen vellen over religie, moeten we het
totaalplaatje in acht nemen. Veelal blijkt dat de goede elementen die
aan een godsdienst worden toegedicht, geen exclusief religieuze
elementen zijn. Veel negatieve elementen zijn echter inherent aan een
geloof gebonden. Het afwijzen van religie is daarom vaak niet een
categorische afwijzing die niet overdacht is, maar een terechte
conclusie op basis van het totaalplaatje van een godsdienst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten